Een bijzondere wandeling
Zomaar een zondagochtend
Niet zonnig
Zeker stormachtig
Lopend langs het weidepad
Turend in de verte
Wat ligt daar?
Iets oker geels?
Rond
Groot ook
Een dier?
Eenmaal dichterbij
Zie ik de vrucht van de herfst
Een pompoen
Een deel gaaf, een deel uiteen gespleten
Uitgehold, de pitten als een waaier verspreid
Ik kijk om me heen
Ik verwonder me. Een pompoen!?
Zomaar midden op het pad....
Zal een dier hem meegenomen hebben?
Een dier zoals een Griffioen
Een scherpe snavel
Vleugels van de adelaar
En het lijf van een leeuw
Alleen een mythisch dier
kan zo een zware vrucht dragen
De hoogte mee innemen
Laten vallen en uithollen
Dan kijk ik op vanuit mijn overpeinzing
En word de realiteit ingetrokken bij het zien van een zwart-wit gevlekt gevaarte
Bekend om z’n melk en z’n voorliefde voor gras
Aan de wandel maar weer…..
Na vergane tijd
Op dezelfde wandeling
Valt mijn oog op een schoenzool
Ongebruikt
Op z’n kop in het gras
Schoon
Onbeschadigd profiel
Die zool zat aan een schoen
Die schoen zat aan een voet
Waar is dat alles gebleven?
En weer denk ik aan het mythische dier
Het zal toch niet werkelijk?
Ik ben in retrospectief blij met het groeiende idee
over duizenden parallelle universums
Dat mythische dier bestaat,
Maar gelukkig niet in mijn universum!